Anunnaki, onze Goden - (deel 193) - Van harte gefeliciteerd Israël met jullie 70-jarig bestaan! - deel 4

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.


Nogmaals voor de duidelijkheid...

Als men over Israël spreekt denkt iedereen meteen aan dat kleine landje op de oostkust van de Middellandse Zee en niet aan het ‘Huis Israël’, ofwel de kinderen van de twaalf stammen Israëls. En dat wordt er dus bedoeld met het onderstaande:

‘De Israëlieten zijn blind geworden voor hun identiteit. En zijn zodoende opgegaan in de geschiedenis. Ondanks de blindheid van het Huis van Israël voor zichzelf, zou zij altijd bekend blijven bij God... en komt er een tijd dat ze zich hun afkomst bewust gaan worden. Ze worden wakker en hopelijk precies op tijd’!

De tekst hier onder slaat duidelijk op de valse ‘joden’ die ten onrechte zich andermans geschiedenis en verleden hebben eigen gemaakt teneinde de erfenis op te strijken in de eindtijd. Als zij de teksten goed bestudeert hebben, kunnen ze weten dat hun rol binnenkort is uitgespeeld. In hun land, in hun regio en in de wereld. Dat verdampt hun macht en invloed... en misschien weten ze het ook wel... en is hun missie (in opdracht van Enlil) om de wereld in het verderf te storten en een alles ontregelende WO III te ontketenen. In die zin zijn de ‘Israëlieten’ de ware uitverkorenen, omdat zij de zware last van nog meer lijden op zich nemen. Van overal komen ‘joden’ naar de Staat Israël om de eindtijdprofetie te vervullen. Vernietiging zal hun deel zijn.

‘Sinds het Zionisme voet aan de grond heeft gekregen in het Midden-Oosten is het daar nooit meer rustig geweest. De Staat Israël is werkelijk te vergelijken met ‘een opkomend onweer’. Het rommelt. Hoe lang zal het nog duren tot de bui losbarst? De oordelen die komen zullen Jeruzalem en de bergen van Israël verwoesten. Maar zal de weg vrij maken voor Gods Volk (de belofte van terugkeer) Gods volk zal het land weer moeten opbouwen’.


xxx


xxx

Er breken duistere tijden aan voor Israël...

Het gaat dus om het Volk Israëls en niet om de Staat Israël. De tien

‘verdwenen’ stammen wonen in Europa (Canada, Verenigde Staten van Amerika, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland) en zij zijn hun identiteit verloren, kennen hun afkomst niet meer en zodoende zijn zij hun opdracht vergeten. God beloofde het land Kanaän aan Abraham en zijn nakomelingen. Dat zijn de kinderen van Isaak (of Izaak - I.ZA.AK. = ‘essentie-zaad-aankomen’, ofwel nageslacht komt er aan... en in de omkering wordt het; KA.A.ZI. = ‘open-water-zuiver’, ofwel de kinderen van Isaak en Rebekka zullen open wonen en aan het water. Niet in de bergen, maar in vlak land en merendeels aan de zee en de grote rivieren). De kinderen van Abraham en zijn Sara zullen wegtrekken uit het Midden-Oosten, op gaan in de verstrooiing, wakker worden en uiteindelijk terugkeren...


xxx

Nog maar weer eens een keer verhuizen...

 Veel christenen en joden bestuderen de bijbel wel...

naar het Midden-Oosten. Dat zal zijn na de grote oorlogen, de voorbijgang van de tweede ster en zijn vier planeten en als de ‘nieuwe wereld’ weer gaat aanvangen. Als de grote slag voorbij is en het land Israël van de kaart geveegd is, zullen nazaten van de stammen Israëls weerkeren en gaan wonen in Kanaän (en wijde omgeving). Dat is wat op te maken valt uit de tekst. Het zullen dus uw kinderen en kleinkinderen zijn die weer terug gaan naar het oude land... waar we eens woonden, werkten en leefden. De oer-Nederlanders komen volgens mij uit Babylon, Sumer en Akkad. Daar zijn we verdreven en straks gaan we terug. Met even veel pijn en verdriet als we destijds alles achterlieten! Op internet vond ik een artikel van Bert Otten en hij zegt iets over de ‘profetieën’ van het Volk Israëls.

‘Veel christenen en Joden bestuderen de Bijbel wel, maar zijn niet geïnteresseerd in chronologie. Bijbelse chronologie is van wezenlijk belang om de profetieën te kunnen begrijpen. Vijf profeten profeteerden van -722 tot –500 (voor de jaartelling dus) de terugkeer, het herstel en de hereniging van Israël (Samaria, de Tien Stammen, Jozef) met Juda (Jeruzalem, Sion, de Twee Stammen). Het feit dat Zacharia rond -500 nog steeds die breuk benadrukt en de hereniging profeteert, benadrukt dat die hereniging nog niet had plaatsgevonden. Uit de Joodse en seculiere geschiedenis weten we dat er na de terugkeer van een deel (10-30%?) van Juda (twee Stammen), in de 6e en 5e eeuw voor de jaartelling,
nooit een terugkeer der Tien Stammen is geweest. Orthodoxe rabbi’s zijn de laatste duizend jaren op zoek naar waar de Tien Stammen kunnen zijn. Hieronder herenigings profetieën van die vijf profeten, met een overzicht van hun profeteren en van de ballingschappen.

Saul, David & Salomo (1050-930 voor de jaartelling) - Volgens de Schrift regeerden Saul, David en Salomo 3000 jaar geleden, elk zo’n veertig jaren (Hand 13:21; 1Kon 2:11; 1Kon 11:42). Zij zijn de enige drie koningen die over geheel Israël, over alle twaalf stammen, regeerden. Vanwege de afval van Salomo aan het einde van zijn leven, vanwege zijn ‘gedogen’ van de vreemde goden van zijn vrouwen, verdeelde God zijn rijk voor straf in twee koninkrijken.

De Tien Stammen (noorden) - De Tien Stammen in het noorden gingen naar Jerobeam. Dit noordelijke rijk behield de naam en heette Israël. Dit was geprofeteerd in Genesis 48: naar de zonen van Jozef, Efraïm en Manasse, zou Jakobs naam, Israël, gaan. Andere namen dan Israël voor het noordelijke rijk zijn: de Tien Stammen (1Kon 11:31-35), Huis Israëls (1Kon 12:21), Koninkrijk van het Huis Israels (Hosea 1:4), Jozef (Eze 37:17), Huis Jozef (Zach 10:6), Efraïm (Jes 7:17) en Samaria (2Kron 35:13).

De Twee Stammen (zuiden) - De Twee Stammen in het zuiden gingen naar Salomo’s zoon Rehabeam. Dit zuidelijke rijk heette Juda, naar de belangrijkste stam, de enige stam die in zijn geheel het Huis Davids trouw bleef. Andere namen dan Juda voor het zuidelijke rijk zijn: Huis Juda (Heb 8:8), Koninkrijk Juda (2Kron 11:17), Jeruzalem (Micha 1:5); Sion (Amos 6:1), Juda en Benjamin (2Kron 15:2).

De Twee Rijken (930-722 voor de jaartelling) - Gedurende de gehele periode van het bestaan van Israël en Juda naast elkaar (930-722 voor de jaartelling), wordt Juda nooit Israël genoemd, en worden de Israëlieten uit de Tien Stammen, nooit Joden genoemd. Dit geldt ook voor de profeten. Wanneer zij in één en dezelfde passage profeteren over Jeruzalem en Samaria of over Huis van Israël en Huis van Juda, dan worden altijd de twee onderscheiden rijken bedoeld.


De Tien Stammen (Jozef, Samaria, het Huis Israëls) verdwenen in -722 in de Assyrische ballingschap (Gozan, Chabor, Kalach, Medië) en kwamen daar nooit uit terug, ook al voorspelden de profeten die terugkeer wel. meer dan 222 jaren (van –722 tot -500). De Twee Stammen (Juda, Sion, Jeruzalem) gingen 70 jaren lang in de Babylonische gevangenschap (van –605 tot -535). Slechts een klein deel van de ballingen van Juda keerde uit die ballingschap terug.

Het is pas na die terugkeer dat de Joden (= Juda) ook weer de namen Israël (Ezra 4:3), volk Israël (Ezra 9:1), kinderen Israëls (Ha 5:21) en ‘de 12 stammen’ (Ha 26:7; Ja 1:1) voor zichzelf gingen gebruiken in hun geschriften. Om Israël of de 12 stammen voor de Joden, voor het deel Juda, te gebruiken, is overduidelijk de stijlfiguur ‘totum pro parte’, ‘geheel voor deel’.

Hosea (750-715 voor de jaartelling) - Hosea profeteerde van ca. 750-715 voor de jaartelling. Hij was evenals Elia, Elisa, Jona en Amos, een profeet in het noorden, in Samaria, in Efraim. Het was Hosea’s taak de ondergang van het noordelijke rijk te moeten aanzeggen. Efraïm, Israël, het noorden, was ‘Lo-Ammi’, Niet-mijn-volk, geworden. Maar de Israëlieten van het noorden hebben niet geluisterd, en Hosea heeft moeten aanzien hoe het Huis Israëls (Samaria) in -722 vernietigd werd.

Hosea is ook een van de profeten die profeteerde dat het Huis Israëls zich in de eindtijd weer met het Huis Juda zal herenigen: Eens echter zullen de ‘kinderen Israëls’ talrijk wezen als het zand der zee [Israël volkeren van Noordwest-Europa, ca. 1500-2000 AD]... Dan zullen de ‘kinderen van Juda’ en ‘de kinderen van Israël’ zich bijeenscharen, een hoofd over zich stellen, en optrekken uit het land [uit het Noorderland]... (Hosea 1:10-11).

Jesaja (740-681 voor de jaartelling) - Ten tijde dat Hosea een profeet in het noorden (Samaria) was, was Jesaja een profeet in het zuiden (Jeruzalem). Jesaja kondigde het oordeel aan over Israël en Juda. Hij profeteerde ook vóór en ná de val van Samaria (-722).

Ook Jesaja geeft aan (in Ha. 11) dat ná de Komst van de Messias - die voor christenen de wederkomst van de Here Jezus is - Israël met Juda herenigd zal worden. Let op de frase: ‘te dien dage’. Jesaja 11:1-5 gaat over de komst van de Messias en de verzen 6-10 over het Vrederijk. Jesaja 11:11 geeft met ‘te dien dage’ aan dat het dan, rond de Wederkomst, de tijd van herstel zal zijn voor het overblijfsel van Israël en Juda:

En het zal ‘te dien dage’ geschieden, dat de Here wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van zijn volk... in de kustlanden der zee... en ‘de verdrevenen van Israël’ verzamelen en ‘de verstrooide dochters van Juda’ vergaderen van de vier einden der aarde. Dan zal de afgunst van ‘Efraim’ [van de Israël volkeren] verdwijnen en zij die 'Juda' [de Joden] benauwen, zullen uitgeroeid worden; ‘Efraim’ zal niet afgunstig zijn op ‘Juda’ en ‘Juda’ zal ‘Efraim’ niet benauwen (Jesaja 11:11-13).

Jeremia (626-585 voor de jaartelling) - Jeremia predikte vóór, tijdens en ná de val van het zuiden, van Jeruzalem (-586), toen de Tien Stammen al meer dan 100 jaar verdwenen en niet teruggekeerd waren. De val van Jeruzalem (het zuiden) was 136 jaren na de val van Samaria (het noorden). Met de Tien Stammen in de Assyrische ballingschap, en met de Twee Stammen (Koninkrijk Juda) op weg naar de Babylonische ballingschap, is er geen profeet die meer en vaker de hereniging van Israël en Juda profeteert, dan Jeremia (Jer 3; 23a; 30-31; 33; 50a). Hieronder een kleine bloemlezing:

Te dien tijde [na de Wederkomst] zal men Jeruzalem noemen de troon des HEREN, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen...  In die dagen [na de Wederkomst] zal het ‘Huis van Juda’ naar het ‘Huis van Israël’ gaan, en zij zullen tezamen uit het Noorderland komen naar het land dat Ik... ten erfdeel gegeven heb (Jer 3:17-18).

Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren... In zijn dagen zal ‘Juda’ behouden worden en ‘Israël’ veilig wonen... Daarom zie, de dagen komen... dat men niet meer zal zeggen: Zo waar de HERE leeft, die de Israëlieten uit het land Egypte heeft doen optrekken, maar veeleer: Zo waar de HERE leeft, die het nageslacht van het Huis Israëls [alle 12 stammen] heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen op hun eigen grond wonen (Jer 23:5-8).

Zie, de dagen komen [ná de Wederkomst], luidt het woord des HEREN, dat Ik met het ‘Huis van Israël’ en het ‘Huis van Juda’ een Nieuw Verbond sluiten zal (Jer 31:31). Dit vers is alleen in type, en ten dele, vervuld, in Handelingen 2, met de uitstorting van de Heilige Geest. De volledige vervulling van dit vers komt wanneer Christus aan het begin van het Millennium met Juda en Israël een Nieuw Verbond zal sluiten en de Tempel van Ezechiël zal laten bouwen, en de Twaalf Stammen vanaf de Eufraat tot aan de Beek van Egypte in de Sinaï zullen wonen (Eze 47-48).

Ja, Ik zal een keer brengen in het lot van Juda en Israël en hen opbouwen als weleer (Jer 33:7).

In die dagen en te dien tijde, luidt het woord des HEREN, zal ‘de ongerechtigheid van Israël’ [momenteel zéér veel ongerechtigheid in onze volken] gezocht worden, maar zij is er niet, en ‘de zonden van Juda’ [momenteel zéér veel zonden in de Joodse Staat], maar zij zijn niet te vinden; want Ik zal vergeving schenken ‘aan wie Ik doe overblijven’ (Jer 50:20).

Ezechiël (593-571) - Er is geen enkele profeet in het Oude Testament die zo nauwgezet zijn profetieën en visioenen dateerde als Ezechiël. Hij profeteerde van -593 tot -571, vóór, tijdens en ná de val van Jeruzalem, maar niet in Jeruzalem zoals Jeremia, zijn tijdgenoot, maar vanuit de nederzettingen van de Joodse (Juda) ballingen in Babylonië (huidig zuid Irak). Ezechiël zat bij de tweede wegvoering van Judese ballingen naar Babel (-597).

Na de val van Jeruzalem (-586) profeteerde Ezechiël over de Twee Houten, over de Twee Koninkrijken – die dus beiden in ballingschap waren - en dat zij in de eindtijd weer herenigd zouden worden. Het is belangrijk te constateren (chronologie!) dat er dus nog geen herstel en hereniging was van het Huis Israëls en het Huis Juda aan het einde van Ezechiëls ministry in -571. Zijn laatste profetie is van die datum.

Ezechiël geeft ook heel duidelijk aan dat ook al zijn er wat Israëlieten uit het noorden naar Juda gegaan in die 200 jaar van co-existentie en bij de val van Samaria in -722, dat toch geheel Israël bij Jozef is! De uitzondering bevestigt de regel. De profetes Anna van het Nieuwe Testament was van de stam Aser en behoorde klaarblijkelijk tot die weinigen die naar het zuiden waren gegaan. Toch behoorden de Stammen Israëls ten tijde van Ezechiëls profeteren (rond -570) bij het Hout van Jozef (Efraïm, Samaria), en niet bij Juda:

Het woord des HEREN kwam tot mij: Gij mensenkind, neem ‘een Stuk Hout’ en schrijf daarop: voor ‘Juda en de Israëlieten die daarbij behoren’; neem dan een ‘Ander Stuk Hout’ en schrijf daarop: ‘voor Jozef (het Stuk Hout van Efraim) en het Gehele Huis Israels dat daarbij behoort’; voeg ze dan aan elkander tot één Stuk Hout... Wanneer nu uw volksgenoten u vragen... wat gij daarmee bedoelt? zeg dan tot hen: Zo zegt de Here HERE: zie, Ik neem het ‘Stuk Hout van Jozef’ (dat aan ‘Efraim’ toebehoort ) en van ‘de Stammen Israëls die daarbij behoren [bij Jozef!!]’ en Ik voeg het bij het ‘Stuk van Juda [de Joden]’ en maak ze tot één stuk hout, zodat zij één zijn in mijn hand... zeg dan tot hen: Zo zegt de Here HERE: zie, Ik haal de Israëlieten weg uit de volken... Ik zal hen van alle kanten bijeen verzamelen en hen naar hun land brengen. En Ik zal hen ‘tot één volk maken’ in het land, op de bergen Israëls, en één koning [de Joodse Staat Israël is een republiek] zal over hen allen koning zijn; niet langer zullen zij Twee Volken zijn en niet langer verdeeld in Twee Koninkrijken. Niet langer zullen zij zich verontreinigen met hun afgoden... maar Ik zal hen verlossen van alle afvalligheid [momenteel veel afval] waarmee zij gezondigd hebben... zodat zij Mij tot één volk zullen zijn en Ik hun tot een God zal zijn. En mijn knecht David zal koning over hen wezen [ná de Wederkomst dus]; één herder zal er voor hen allen zijn. Zij zullen naar mijn verordeningen wandelen [óók het 4e gebod!]... Zij zullen wonen in het land [Eze 47-48] dat Ik aan mijn knecht Jakob gegeven heb... Ik zal met hen een Verbond des Vredes sluiten [= het Nieuwe Verbond met Juda en Israël (Jer 31:31)], een Eeuwig Verbond... Mijn woning [Eze 40-46] zal bij hen zijn; Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn (Eze 37:15-28).

Zacharia (520-480) - Christenen die in de terugkeer van één derde van Juda naar de huidige Joodse Staat Israël de ultieme vervulling willen zien van profetie, beweren nog al eens dat die hereniging van Juda en Israël al plaatsgevonden heeft, dit in weerwil van de feiten van de Bijbel en van de geschiedenis.

In dat licht is het van belang te zien dat Zacharia die profeteerde van ongeveer -520 tot -480, de breuk tussen Juda en Israël ten stelligste benadrukte:

Daarom heb ik... Twee Staven genomen, de ene heb ik genoemd Lieflijkheid, en de andere Samenbinding... Toen heb ik mijn staf Lieflijkheid genomen en die verbroken, tenietdoende mijn verbond... Daarop heb ik mijn tweede staf, Samenbinding, verbroken, ‘tenietdoende de broederschap tussen Juda en Israël’ (Zacharia 11:7-14).

Zo’n 220 jaar na de wegvoering van het Huis Israëls en zo’n 80 jaar na de wegvoering van het Huis Juda, profeteerde Zacharia (-500) de terugkeer van Juda èn Jozef:

Zo zal Ik het ‘Huis van Juda’ sterken en het ‘Huis van Jozef’ verlossen; ‘ja, Ik zal hen terugbrengen’... en zij zullen worden, alsof Ik hen niet verworpen had. Want Ik ben de HERE, hun God, en Ik zal hen verhoren (Zach 10:6).

De geschiedenis leert ons dat ‘Jozef’ nooit teruggekeerd is. Geen wonder dat Joodse rabbi’s de wereld afstruinen naar de Tien Verloren Stammen. Echter, zoals Juda en zijn broers Jozef niet herkenden in Egypte (Gen 42-43), zo herkennen de Joodse rabbi’s vandaag de dag het Huis Jozef niet in Noordwest-Europa.


xxx

Bert Otten

Bert Otten is schrijver van Waarheid & Vrede, een gratis Bijbelstudietijdschrift (https://messianieuws.nl/profetieen-herstel-volk-israel/). Ik dank hem voor zijn onderzoek, tijd en inspanning en ook hij (net als Pieter van der Meer en ik zelf...) vermoedt ‘Israëls’ aanwezigheid in Europa. Daarom zijn de ‘tegenkrachten’ (de Khazaren) er zo op gebrand hele meutes niet-blanken naar Europa te sturen om dat continent te ontregelen, te verstoren, te verwoesten en dus uit te schakelen en aan te sturen op conflicten, te vergelijken met een burgeroorlog die uitmond in een mondiale oorlog tussen de ‘christenen’ en de ‘moslims’. Ik behoor nu nog tot de zeurpieten en dwarsliggers, als ik commentaar heb op de huidige ontwikkelingen en kritiek heb op de stroom van vluchtelingen. Meer de volgende keer...

Evert Jan Poorterman

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl