Er zijn diverse politieke commentatoren die de spanningen in Azië vergelijken met de conflicten in de Balkan die leidden tot de Eerste Wereldoorlog.

Shinzo Abe vergelijkt het dispuut met China over de Senkaku/Diaoyu ayatol met die van de oorlog van Engeland over de Falkland eilanden.

De vergelijking die de Japanse Minister President Shinzo Abe vorige week maakte met de Engelse Falkland eilanden om het Japanse standpunt te rechtvaardigen in het dispuut met China over een kleine eilandengroep, is een ontnuchterende waarschuwing dat de contouren van een nieuw en vreselijk wereldwijd conflict zich aftekenen in Azië.

Abe gebruikt dezelfde cynische woorden die Margaret Thatcher destijds gebruikte, “Internationale wetten moeten zegevieren bij de toepassing van geweld”. Vervolgens stuurde ze de Britse troepen naar de eilanden waar een bloedig conflict ontstond dat honderden levens heeft gekost, zowel aan de kant van de Britten als aan die van de Argentijnen. Allemaal vanwege een klein teritoriaal overblijfsel van het oorspronkelijke Britse Rijk.

De opmerking van Abe is een onmiskenbare verklaring dat zijn regering bereid is om de oorlog met China aan te gaan om haar rechten over de eilanden te verdedigen. Een kleine groep rotsen in de Chinese Zee, bekend als Senkaku in Japan en Diaoyu in China.

De enorme gevaren zijn duidelijk. China is geen Argentinië. Het is een aanzienlijke en nucleair bewapende grootmacht met geavanceerde militaire apparatuur. Een gewapend conflict tussen China en Japan kan heel gemakkelijk ontaarden in een niet meer te controleren geweldsspiraal en andere landen meesleuren. In het bijzonder dan Amerika, dat al heeft aangegeven Japan te zullen steunen in geval er een oorlog ontstaat over die eilanden.

De hoofdschuldige voor het aanwakkeren van deze spanningen is de Amerikaanse regering van Obama. Zij zijn al sinds 2009 bezig met een diplomatisch en strategisch offensief door geheel Azië met als doel het ondermijnen van China als potentiële militaire en economische rivaal. Obama en zijn regering hebben de Amerikaanse bondgenoten en strategische partners in het gebied aangemoedigd om een hardere lijn ten opzichte van China te volgen waardoor de spanningen hoog zijn opgelopen zoals ook bij het Koreaanse schiereiland, maritieme geschillen in de Zuidelijke Chinese Zee en de niet opgeloste situatie tussen China en India in verband met hun grensgeschillen.

Een belangrijke reden vormen de inelkaar stortende financiële en economische systemen. Al decennia lang probeert Amerika wanhopig om haar terugval te compenseren door haar militaire macht. Door het accent nu op Azië te leggen speelt Obama hoog spel omdat dit kan ontaarden in een conflict tussen nucleaire staten.

Dezelfde militaire strategie wordt in feite ook gevolgd door Abe. Ook hij is wanhopig bezig om de al twintig jaar stagnerende Japanse economie nieuw leven in te blazen. Vergeet ook niet dat Japan haar status als tweede grootste economische macht heeft moeten afstaan aan China. Abe is vastbesloten om een “sterk Japan” te (her)bouwen met zowel economische als militaire middelen.

De plannen van de onlangs gekozen regering van Abe is om snel het leger uit te breiden. Tegelijkertijd heeft het land eenzelfde aggressieve monetaire politiek geadopteerd als in de VS. Daarmee volgen ze het voorbeeld van de Amerikaanse Federal Reserve Bank met hun “quantitative easing” (geld bijdrukken) om, in het geval van Japan, de Yen in waarde te laten dalen en de export te stimuleren.

Er zit nog een duidelijke waarschuwing verborgen in de verwijzing die Abe maakt naar de Falkland eilanden. De beslissing van Thatcher om een oorlog te lanceren in de Zuidelijke Atlantische Oceaan was niet alleen gericht op het demonstreren van de Britse macht op het wereldtoneel. Het was ook bedoeld als boodschap aan, naar wat zij later zou omschrijven als “de vijand in ons midden”.

Hiermee bedoelde ze de Britse werkende klasse. Zij had al eerder geprobeerd de weerstand van de arbeiders te breken door haar vrijemarktagenda, wat toen niet lukte. Zij gebruikte de oorlog rond de Falkland eilanden om het nationalisme op te zwepen, hetgeen uiteindelijk resulteerde in het verslaan van de arbeidersklasse in de beruchte mijnwerkersstaking van 1984-1985.

Dit is vergelijkbaar met de ambities die Abe heeft als hij spreekt over een sterke economie. Hiervoor moet ook een frontale aanval plaatsvinden op de sociale positie van de werkende klasse in Japan. Net zoals elders in de wereld probeert de Japanse elite de gevolgen van de wereldwijde economische ineenstorting af te wenden op het buitenland en de werkende klasse in eigen land.

De promotie van het Japanse patriotisme en het militairisme is iets wat door het totale politieke bestel wordt gesteund. Het is noodzakelijk als voorbereiding op een aanval van wat er nog over is van het Japanse welvaartssysteem zoals een levenslange baan en andere sociale zekerheden.

Het Japanse imperialisme nieuw leven inblazen heeft een diepe historische weerklank met de periode van de jaren dertig, de tijd voor de Tweede Wereldoorlog. Toen was het Japanse kapitalisme bijzonder kwetsbaar door de ineenstorting van de wereldhandel als gevolg van de Grote Depressie. In een poging om ruwe grondstoffen en nieuwe markten te creëren begon Japan in 1931 met een aanval op Mantsjoerije en viel daarna in 1937 geheel China binnen.

Tegelijkertijd werd er in Japan zelf een militaristisch regiem neergezet dat maatregelen nam om te voorkomen dat er opstand zou ontstaan onder de werkende klasse die in bijna niet uit te houden sociale omstandigheden haar werk moest leveren.

De Communistische Partij in China is overgegaan tot dezelfde soort tactiek. Het opzwepen van een nationalistisch gevoel om de aandacht te ontrtrekken aan de economische crisis en stijgende sociale spanningen aan het thuisfront. In antwoord op het “nationaliseren” van de Senkaku/Diaoyu eilanden vorig jaar door Japan, gaf de Chinese overheid groen licht voor anti Japan demonstraties waarbij burgers en bedrijven uit dat land werden aangevallen.

De Chinese media worden hoofdzakelijk gedomineerd door analisten die de nationale militaire macht de hemel in prijzen en speculeren over de uitkomst van een totale oorlog met Japan. Er zijn diverse politieke commentatoren die nu verwijzen naar de enge paralellen die er zijn door de huidige spanningen in Azië en de conflicten in de Balkan die destijd hebben geleid tot de Eerste Wereldoorlog.

Het afglijden richting een Derde Wereldoorlog, of dit nu in Azië begint of elders, is het resultaat van een niet oplosbare tegenstelling tussen het kapitalisme, de wereldeconomie en een natiestaat systeem wat niet langer in de mode is, aan de ene kant en privé-eigendom en gesocialiseerde productie aan de andere kant.

De enige sociale kracht die in staat is om de gesel van een oorlog te beëindigen is de werkende klasse, via een verenigde strijd om een einde te maken aan het failliete winstsysteem. De arbeiders in Japan en China hebben geen enkel belang bij een paar rotsen in de zee. Hun toekomst ligt in het gevecht om een wereldeconomie neer te zetten die aan de sociale behoefte van de mensheid kan voldoen, niet aan de (welbekende) winsten ten behoeve van een kleine elite.

Bron:

World Socialist Web

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl