Anunnaki, onze Goden - (deel 208) – Van harte gefeliciteerd Israel met jullie 70-jarig bestaan! – deel 15

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.




Druk op borstbeen, happen naar lucht

Het ging niet zo goed met mij. Mijn longontsteking van eerder dit jaar werd niet op de juiste wijze afgewikkeld aldus mijn longarts. Ik bleef namelijk weg ergens in mei omdat ik het nut van terugkomen niet zag zitten. Ik had terug gemoeten voor longtesten; ademhalingen om de zuigkracht te meten, de longinhoud en de flexibiliteit van het weefsel en voor nog een reeks foto’s. Dan had de longarts kunnen afbouwen. Tijdens de zomermaanden heb ik roofbouw op mijn lichaam gepleegd en door ruimer medicijngebruik ontwikkelde ik Trombose; kreeg dikke voeten, dikke enkels en opgezette onderbenen. Steeds vaker. Ik heb de bijsluiter van mijn inhalator maar eens gelezen en jawel; tweemaal staat vermeld dat opgezette benen en voeten een bijwerking kan zijn.

Onmiddellijk gestopt uiteraard en een andere inhalator aangevraagd... en zo kwam ik weer terecht bij de longarts. Ondertussen werd ik benauwd, hapte naar adem en hijgde (of is het heeg?) ik bij de geringste inspanning als een ‘molenpaard’. Na drie weken ‘overleven’ ben ik naar de huisarts gegaan. Die zei; ‘Aha der moet wat aan de hand zijn, anders zou u niet komen’! Ze verwees me direct door naar de Eerste Hulp in het Gelre Ziekenhuis te Zutphen. Daar tapten ze bloed af, legden ze een infuus aan met vocht en eentje met ontstekingsremmers, hadden ze mijn urine nodig, kreeg ik bloedverdunners, werd een hartritme-filmpje gemaakt, longfoto’s en een CT-scan van mijn longen en... mocht ik meteen blijven! Potverpielepap daar had ik niet op gerekend, noch veel zin in!


xxx

De Hilversumse euerrrrrr... is niet onze RRR...

Ik had al weken te weinig zuurstof binnen gekregen omdat ademhalen bijna onmogelijk was. Ik voelde druk op mijn borst (van binnenuit) en had een week eerder al heftige steken in mijn borst gevoeld. Het ging niet goed met me... en hoewel ik weinig heb om voor te leven... en ze me meteen mochten opstralen, besefte ik dat ik zo niet verder kon. Ik moest iets ondernemen of me er bij neerleggen; letterlijk dan. Inmiddels gaat het beter. Ik moet weer aansterken en heb nog enkele rondjes te gaan in het circus dat ziekenhuis heet; mijn longen worden nog gespoeld en er zal nog weefsel uit een long genomen worden voor verder onderzoek. En voor het komende half jaar dus bloedverdunners slikken... en regelmatig bloed laten afnemen, longfoto’s laten maken.

Zodoende had ik weinig zin in mijn wekelijkse bijdragen. We hadden het over de ‘patat-generatie’, de ‘zesjes-cultuur’ en vandaag over de Hilversumse euerrr... die net als de ‘streepjes-ziekte’ doorwoekerd en onze samenleving ontwricht. Want onderschat de invloed van taal niet op ons dagelijks leven, ons welbevinden en de wereld om ons heen. Daarnaast is er uiteraard de invloed van het Waterman-tijdperk, dat zich onderscheid door egoïsme en communicatie (niet één op één maar via ‘social-media’) ten opzichte van het voorbije Vissen-tijdperk waarin ‘saamhorigheid’ het kenmerk was. Er zijn veranderingen gaande en die zijn geen verbetering. De softies en sukkels van de patatgeneratie zijn nu aan zet en de wereld is nu van hen... en tegelijkertijd woekert de streepjesziekte voort...


xxx


Peter euerrr... de Vries 

Straks weer communiceren zoals het hoort

en is de Hilversumse euerrr... er in geslopen en is een 6- de norm geworden. Met de hakken over de sloot, tevreden met niks en dan ook nog verwachten dat de wereld blijft zoals die was?! Dat gaat niet natuurlijk! Vroeger was alles beter. Dat is geen loze kreet; dat was ook zo. En dan doel ik niet op eten klaarmaken op een petroleumstel of voedsel bewaren zonder koelkast en de witte- en bonte was doen in een tobbe en op een wasbord, maar heb ik het over intermenselijke contacten, over iets voor elkaar over hebben, mededogen, hulp en warmte en liefde. Dat is aan het verdwijnen. De patatgeneratie, de 6-minnetjes, de euerrr-sprekers (bijna altijd meisjes) en de taalverwoesters met hun streepjes-ziekte zullen geen schijn van kans hebben om de komende roerige tijden te doorstaan.

Daarbij hebben we te maken met de inmiddels ‘ziekelijke’ nieuwe manier van leven; met dag-en-nacht het mobieltje binnen handbereik. Deze nieuwe generaties zijn nog zieliger dan hun voorgangers vanaf de patatgeneratie. Als de satellieten binnenkort uitvallen, er geen stroom meer is en de mobieltjes nutteloze hebbedingen zijn geworden, zullen miljoenen en miljoenen kinderen, jongvolwassenen en patatgeneratiesukkels- en softies de haren uit hun hoofden trekken, met hun koppen tegen de muren beuken en duidelijke afkick-verschijnselen vertonen. Ziekmakend hulpeloos zullen ze steun zoeken bij elkaar en uiteindelijk weer normaal gaan praten met elkaar. Ze leren zelfs weer schrijven en boeken lezen. Hun leven zal rijker en voller worden.



xxx


Debieltjes met hun mobieltjes... hedendaagse kneuzen 

De RRR heeft alles met waardevol en met ere-metalen te maken

Uit mijn ontdekking van de oertaal Kwando wordt duidelijk dat die ‘lettergrepen’ niets in kracht inboeten ten opzichte van de normale woorden waarin alle letters gewoon aan elkaar zitten. Het oertaalwoord ER bijvoorbeeld betekent ‘waardevol’ en dat heeft alles te maken met ‘ertsen’, met de voor de ‘anunnaki’ waardevolle ertsen. ER betekent dus ook ‘erts’ en ‘eremetaal’ zoals de olympische sporters dat kunnen behalen door hun wedstrijden te winnen. Ze maken kans op goud, zilver en brons. ER betekent dus ‘waardevolle ertsen’ en ‘waardevolle metalen’. Waardevol in de ogen van de ‘anunnaki’. Zij wonnen de waardevolle metalen door mijnbouw te bedrijven en de ertsen naar boven te halen, deze te onttrekken aan de stenen door ze te smelten in hoogovens.

De ‘anunnaki’ haalden onder andere hun metalen uit de Sinaï. Daar werden de ertsen verscheept naar Sumer. Over zee om het Arabisch schiereiland heen, zo de Eufraat op tot de smeltovens van Bad-Tibira. De verantwoordelijke man kennen we als SinBad de Zeeman. Hij voer van Sin naar Bad. Vandaar. De ertsen gingen in de ovens en kwamen er vloeibaar uit. Het gesmolten metaal werd gegoten in baren. En een baar goud noemt men ook wel een broodje. In Amerika komen we een baar tegen als bar... en dat is dan vaak snoep; een candybar, een reep gevulde chocolade, een Mars, Snickers of Nuts.Wij kennen bar ook als een publieke gelegenheid iets te drinken... en dat doe je dan aan de bar. Aan de toog. Daar kun je glazen met een vochtige inhoud bestellen en drinken.



xxx

Van erts naar vloei in een baar en dan als goudbaar...


xxx


Chocolade baren 

Bad en baar en kuur en zo...

BAD is BA AD> en betekent; ‘balans-mengen’, ofwel een bad (zwembad, badkuip, baden) is gevuld met een vloeistof (meestal warm water) en daar kun je je in mengen. Je kunt der in stappen en één worden met het water. Het bad is dus de vorm, de mal. In een hoogoven ook. Daar giet men dan vloeibaar metaal in en dat noemt men een baar. DA AB< betekent; ‘daadkracht-aanbidden’, ofwel na het zware werk van ertsen winnen in de mijnen, het smelten en zuiveren komt dan het aanbidden. Het resultaat van daadkracht is aanbidden. De eremetalen zijn veel geld waard omdat men zo veel moeite moet doen het te winnen en te zuiveren. Pas dan is het geschikt voor verdere bewerking. BAAR wordt dan BA AR>, met de betekenis; ‘balans-rood’, ofwel balans inspannen...

De baar metaal (goud/zilver) is verkregen door inspanning. RA AB< betekent; ‘stralen-aanbidden’, ofwel de baar edelmetaal straalt en glimt en wordt aanbeden. Men doet er een moord voor. Het is ‘waardevol’. Gouden sieraden vergroten het aanzien en tonen welstand en rijkdom. Niet een lullig ringetje van 14Kt. maar goud van hoger gehalte en dan dik en zwaar van vorm. Bad Tibira had smeltovens. Daar werden de gesmolten metalen in baren gegoten. Bad komen we ook tegen in Europa en wel als badplaats en als kuuroord. Tegenwoordig kennen we de publieke sauna’s, maar een eeuw geleden waren dat de ‘baden’, zoals Bad Bentheim, Bad Neuenahr, Bad Homburg en Bad Harzburg en vele andere... en uiteraard de natuurzwembaden.



xxx


xxx


Het latere Hotel Heinrich Heine, kuuroord voor de DDR-bobo’s... 

IJskoud sprengenwater in het zwembad

Zo’n ‘badenplaats’ noemt men een kuuroord. Bad en Baar horen dus bij elkaar... en nu komt Kuur/Kuhr daar ook bij. Ik logeerde eens in een zeer luxe kuuroord in de voormalige DDR, waar de bobo’s van de Communistische Partij (Hotel Fürst zu Stolberg) kwamen ontspannen. Het lag in Schierke in de Harz. We bezochten Werningerode, Blankenburg en Gosslar, de oude keizerstad. Het kuuroord was prachtig en rijk; voorzien van eikenhouten lambriseringen, trappen, deuren en kozijnen en met marmeren vloeren... met grote eetzalen, feestzaal en ruime kamers met eigen bad! Er stroomde zwavelhoudend water uit de kranen. Niet geschikt als drinkwater uiteraard. Het woord KUUR wordt dan KU UR>, met de betekenis; ‘ongerept-berg’, ofwel ongerepte berg(en).

En daar komt dan het ongerepte natuurwater uit. Sterk mineraal houdend en oorspronkelijk. Heeft geen mens met de handen aan gezeten! Allemaal puur natuur. RU UK< betekent; ‘opkomen-uitkomen’, ofwel omhoogkomen (opborrelen) en uitkomen. Het water ontspringt uit de bergen. Dus berg, water, bron, bad, baar en kuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En dag geldt ook voor de smeltovens; ertshoudend gesteente komt uit de bergen of levert bergen erts op afkomstig uit de mijnen, wordt gesmolten, gegoten in baden en komt er gestold uit als baren. Vloeibaar drinken we de consumpties in de bar, aan de bar. Hier vlakbij hebben we ook een voormalig ‘kuuroord’, waar ook koningin/moeder Emma kwam. Per spoor naar Dieren en van daar met de koets...



xxx


xxx


Badhuis Bethesda heet later Amsterda en ook Soeria 

Priessnitz en Breukelenwaard...

naar Laag-Soeren. Koningin/moeder en regentes had zelfs een eigen prieeltje in de bosrijke tuinen. Aan de overzijde van de weg was een natuurbad met... ijskoud sprengenwater. Dat was onderdeel van de ‘wisselbaden’ die men daar kon nemen. In 1799 wordt in het dorpje Gräfenberg in Silezië, dat toen nog Oostenrijks was, Vincenz Priessnitz geboren. Onderwijs is er nauwelijks voor de boerenzoon, maar Priessnitz is intelligent en is hevig geïnteresseerd in ziekten en hoe deze te genezen. Al op jonge leeftijd staat hij in de wijde omgeving bekend als medisch deskundige. Priessnitz is ook een goed observator. Zo valt het hem op dat een aangeschoten hert dikwijls een bad neemt in een koude beek achter zijn woning. De wond geneest.

Ook ziet hij hoe herders gewonde dieren verzorgen door het leggen van met water gekoelde kompressen. Priessnitz constateert dat regelmatig baden in koud water heilzaam kan zijn. Hij ontwikkelt daarop de hydrotherapie: een kuur van wisselbaden die worden afgewisseld met activiteiten in de natuur zoals wandelen, werken op het land en houthakken. In het toenmalige Europa van de Verlichting, waarin het terugkeren naar de natuur hoog staat aangeschreven, slaat de hydrotherapie geweldig goed aan. Veel welgestelden zoeken heil voor hun kwalen in badinrichtingen die overal in Midden-Europa als paddenstoelen uit de grond schieten. Alleen al de badinrichting van Priessnitz zelf lokt op het hoogtepunt 1700 gasten per jaar.


Bethesda

Zo trekt Pieter Jut van Breukelerwaard (1786-1874), uit Laag-Soeren, telg uit een zeer vermogende Amsterdamse koopmansfamilie, naar Duitsland. Geplaagd door jicht, wil ook hij de watergeneeskunde beproeven. Hij heeft er veel baat bij. Jut van Breukelerwaard keert razend enthousiast terug en wordt een groot pleitbezorger van de geneeskundige badinrichting. Sterker: hij besluit zelf een badinrichting te beginnen ‘tot heil van de kranke menschheid’. En wel in de omgeving van Laag Soeren, die is fraai en gezond. Er is frisse lucht en er is zandgrond. Door Laag Soeren stromen twee sprengenbeekjes, zuiver Veluwewater, die samenvloeien tot de Soerense Beek. In 1849 koopt Jut van Breukelerwaard het landhuis met de bijbehorende 550 ha grond, met als doel er een badinrichting te bouwen.

Bethesda, zoals deze badinrichting dan heet, heeft 30 net gemeubileerde logeerkamers, 6 ruime badkamers ingericht voor het nemen van volbaden, halfbaden, zit-, stort- en stoombaden en niet te vergeten douches. De eetzaal die zich boven het entree bevindt, tegenwoordig de achterkant van het gebouw, biedt ruimte aan een 100-tal patiënten. Tevens is er een biljartkamer en een lees- en rookkamer. Voor het badhuis wordt een Engels park met vijver en fontein aangelegd. Verder is er een uitgestrekt terrein voor gymnastiekoefeningen en een kegelbaan waar men o.a. croquet kan spelen. Er is ook een moestuin en er zijn enige volières. Overal staan banken en hutten om uit te rusten. Is men verplicht een ‘arbeidskuur’ te doen dan is hier alle gelegenheid om te spitten en hout te hakken.


Evert Jan Poorterman

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl